Introductie |
||
De familienaam Tan (Chen in Mandarin, 陈 ) behoort tot de meest voorkomende Chinese namen in Zuidoost-Azië en in Nederland. Daarom als start een meer precieze omschrijving van welke Tan tak onze Kan-Han en Tan clan afstammen. Volgens de Jia Pu (familieboek) van de vader van mijn neef Tan Eng Swie (vertaald door neef Kwee Kiem Toen met behulp van aantekeningen van Tante Non) is onze oudst schriftelijk bekende voorouder en daarmee Stamvader Tan Tjong Tek geboren in de provincie Fujian, Zuid-Oost China 1301-1387 in het district Zhang Ping Hsien (Hokk.: Tjang Peng Koan). |
||
Eerst vestigde hij zich in een “klein dorp” [Ptgh.: 乡xiāng] Zhuāngzòu bij het dorp [Ptgh.: 里 lǐ ] Lóng-juàn 龙 涓 [Hokk.: Liong Koan] , in county [Ptgh: 县 xiàn] Ānxī [Hokk.: Ang Khe]. Hij huwde [Ptgh.: 娶 qǔ] als eerste echtgenote qī-wěi 溪 尾 [Hokk.: Khe Bwee], familienaam Lǐ 李 [Hokk.: “Lie], uit het dorp Xiān-jǐng 仙 景 [Hokk.: Sian Keng]. |
||
- | ||
De Jia Pu beschrijft de situatie omstreeks 1300. Op de huidige kaarten van Anxi county is geen stad, township of dorp te vinden met de naam Zhuāngzòu (庄 奏), doch wel met de naam Zhuāngzào (庄 灶)[Hokk.: Tjeng Tjaw] (onderste kruisje), vlak bij Lóngjuàn (kruisje rechts boven). Zhuāngzào is een dorp (村 Cūn). Het vermoeden van Tan Eng Swie en Danny Tjoa is dat de auteur van bovenstaande passage in de Jia Pu per abuis het karakter voor “zòu 奏” heeft gebruikt inplaats van het karakter voor het bijna gelijkluidend “zào 灶”. Voorts zou de auteur voor “dorp” per abuis het karakter voor “township” (乡xiāng) kunnen hebben gebruikt in plaats van “dorp” (村 Cūn) omdat de grens tussen township en dorp niet duidelijk is, zoals blijkt uit sommige vertalingen van 乡 xiāng in “dorp”. |
||
Of zou het kunnen dat in de veertiende eeuw het karakter 乡 xiāng voor “dorp” stond; of zou het kunnen dat Tjeng Tjaw ergens in het verleden het bestuursniveau van een township had? Zo is tegenwoordig ook Long Juan niet een groot dorp (Ptgh.: 里 lǐ) maar een klein dorp (Ptgh.: 乡xiāng). |
||
|
||
Tan Tjong Tek kreeg uit het huwelijk met Lie Koen Houw twee zonen: |
||
|
Volgens overleveringen zou de eerste nakomeling van Tan Sang Tjie die zich rond eind 18e eeuw waarschijnlijk vanuit Tjeng Tjaw op Java vestigde Tan Ak Siap (1755-1800) zijn. De ons bekende nakomeling van Tan Ak Siap waarvan we ook een foto van hebben is Tan Goan Piauw alias Tan Eng Tjoen (waarschijnlijk om ziekte te bezweren als kind een alias gekregen en mogelijk ook zijn posthume naam?). Hij leefde van 1835 tot 1889 in Buitenzorg. Hij was de 15e generatie van de familie Tan. (gerekend van Tan Tjong Tek). |
|
Tan Goan Piauw had 4 zonen en 3 dochters: De zonen: Tan Tjoen Gie (1854-1901), Tan Tjoen Liang (1862-1924), Tan Tjoen Keng (1872-1906) en Tan Tjoen Lee (1875-1934). De laatste is mijn grootvader van moederskant. |
||
Tan Goan Piauw en Gedong Dalam |
||
Het Tan familiehuis te Buitenzorg “Gedong Dalam” is gebouwd door Tan Goan Piauw. Hierbij moest hij rekening houden met restricties (het wijkenstelsel) voor Chinezen die in de 19e eeuw waren ingevoerd door het gouvernement van Nederlands Indië. Deze hielden onder meer in dat Chinezen alleen in afzonderlijke wijken mochten wonen in duidelijk als Chinees te herkennen huizen. |
Van de straat ofwel voorkant te zien was Gedong Dalam een typisch Chinees huis met een ingang in het midden. Met een “Zadeldak” evenwijdig met de voorgevel ofwel de nok van het dak was licht gebogen met punten aan de uiteinden en in het midden ietwat doorgezakt. Dit huis was groter dan een doorsnee huis in de Chinese wijk. Ook had het marmeren tegels en pilaren.
Het terrein van de achtertuin liep naar de rivier achter het huis naar beneden af. Daarom ontstond een hoogteverschil tussen voorkant en achterkant. Gebruikmakend van dit hoogteverschil kon een ruimte worden gecreëerd die onder de begane grond van de voorkant doorliep. Omdat dit gedeelte praktisch uit een ruimte bestond die onder het woongedeelte van het huis doorliep werd dit gedeelte de zogenaamde “Kolong” (kelder) genoemd. Aan de achterkant deed de doorgetrokken begane grond dienst als 1e etage. |
Deze etage werd met de begane grond verbonden door twee brede gekromde trappen aan weerszijden van achtergevel. Zodoende werd aan de achterkant van het gebouw een uiterlijk gecreëerd geheel in de Villa bouwstijl van Andrea Palladio (1508-1580,) compleet met pilaren en balustraden. | ||||
Om enig idee te krijgen hoe groot deze trappen waren hierbij een foto gemaakt tijdens een uitje van de Bataviasche Vrouwelijke Studenten Vereeniging (BVSV) aan Gedong Dalam in juli 1931. Mijn moeder zit voorin in het midden. In die tijd was zo’n Paladio Villa alleen voorbehouden aan blanke Europeanen en dus eigenlijk verboden voor Chinezen, doch het was van de straatkant niet als zodanig herkenbaar. Later werd het gebouw nog aan linker- en rechterzijde uitgebouwd waarbij de nok van het dak werd verlengd en aan weerzijden nog een extra raam werd geplaatst. Ook voor de ingang kwam een kleine uitbouw (tegen de regen). Als resultaat kreeg het contour van de plattegrond van Gedong Dalam de vorm van een kruis geheel conform het ontwerp van een “Palladio Villa”. |
||||
(Foto Tan Eng Swie en Hardi Sumawinata |
||||
Tan Goan Piauw en Thung Leng Nio woonden tot hun dood in Gedong Dalam. Daarna woonden voornamelijk nazaten van Tan Tjoen Gie en mogelijk nazaten van Tan Goan Hoat en veel later arme Tan familieleden in dit gebouw. Er zijn verscheidene anekdotes over Gedong Dalam:
Na de onafhankelijkheid werd volgens Hardi Sumawinata, een achter-achter kleinzoon van Tan Goan Hoat, Gedong Dalam ook gebruikt als een clubhuis van “Chung Hua Chung Hui (een soort cultuur vereniging inclusief een padvinder vereniging?) en tevens het plaatselijk bureau van de Tiong Hwa Hue Koan (een landelijk instituut opgericht in 1900 ter bevordering van Chinese cultuur, normen en waarden gebaseerd op Kong Fu Tse. Dit instituut organiseerde scholen voor onderwijs van de Chinese taal aan Peranakan Chinesen. Ook waren er volgens kennissen in Bogor sportvelden in de tuin van Gedong Dalam. |
Tan Goan Piauw een Chinese Officier |
||
In onze familie wordt Tan Goan Piauw herinnerd als “Kapitein der Chinezen te Buitenzorg”. Volgens neef Tan Eng Swie zijn er minstens 8 nakomelingen van Tan Ak Siap met een officiers- functie namelijk: Tan Oe Ko, Tan Soei Tjang, Tan Goan Piauw, Tan Goan Pouw, Tan Tjoen Hong, Tan Tjoen Kie, Tan Tjoen Tjang en Tan Tjoen Lien. (uit Regeringsalmanak van Ned. Indië opgetekend door Steve Haryono en Swanny Thee). |
||
Blijkbaar werd Tan Goan Piauw al van het begin van zijn Officiersfunctie meegenomen door de anderen Officieren (of was het enkel een familie uitje) zoals blijkt uit dit krantenbericht waarin hij tezamen met Tan Oe Ko (Kapitein of Kapitein Titulair) en zijn broer Tan Goan Pouw in Batavia aankomen en overnachten in Hotel des Indes. Tan Goan Piauw had de volgende Officiersfuncties: van 1865 tot 1878: Luitenant der Chinezen Bogor. Blijkbaar werd reeds in 1880 aan de poten van zijn Kapiteinsstoel gezaagd zoals blijkt uit het volgende krantenartikel in de Java Bode van 19 en 31 augustus 1880. |
||
In de familie is nog een anekdote bekend die de mogelijke reden zou kunnen zijn voor de vroegtijdige beëindiging van zijn Kapiteins functie. Kort na de aankoop van de Tegal Waroe landerijen bezocht de Resident van Buitenzorg Tan Goan Piauw. De Resident kwam bij hem op bezoek om hem aan te spreken over vermeend achterstallig tegoed van de grondbelasting over de aangekochte Tegal Waroe landerijen. Namelijk de grondbelasting van de vorige jaren. Tan Goan Piauw liet vervolgens het koopcontract zien dat gedateerd was in dat huidige jaar. Toen echter de Resident hem betichtte van vervalsing van de datum van zijn aankooppapieren, werd hij zo boos dat hij het marmeren blad van de tafel waaraan ze zaten in tweeën sloeg. De Resident schrok toen zo erg, dat hij het in zijn broek deed en als wraak Tan Goan Piauw daar weer over aanklaagde wegens belediging. Dit stond als bericht in de krant: een Chinees had de Resident beledigd. Helaas hebben we dit bericht nog niet kunnen traceren in de Historische kranten van de Koninklijke Bibliotheek. Je kunt je afvragen welk van deze voorvallen zijn ontslag als kapitein zachtjes heeft ingeleid. Kennelijk werd 1882 de druk op hem om af te treden zo groot dat de volgende kranten artikelen verschenen. |
||
Zodat kort daarna de volgende kranten berichten volgden. |
||
De Kong Koan (Chinese Raad) van Bogor het instituut van de Chinese officieren van Bogor werd in W.O.II opgedoekt. Desondanks verbleef na de Indonesische onafhankelijkheid nog steeds het archief van de Kong Koan in Gedong Dalam. Dit archief zou naar verluid nog daar voorhanden zijn gebleven tot ca. 1967 (laatste nieuws voordat ik naar Europa vertrok). Waar dit archief nu is heb ik helaas niet meer kunnen achterhalen. Verhalen en Anekdotes van Tan Goan PiauwEr zijn nog verhalen over hoe Tan Goan Piauw een ordeteken zou ontvangen. Hij zou een keer een opstand hebben gesust . Ondanks smeekbeden van zijn vrouw ging hij te paard naar de opstandelingen en vroeg wat ze wilden. Door de mensen voldoende rijst toe te kennen om hongersnood te voorkomen liep het zonder bloedvergieten af. Dat zou hem een ordeteken hebben opgeleverd. Toen hij echter bij de Resident moest komen om die ridderorde op te halen, moest hij wachten. Hij vond dat wachten onverdraaglijk en heeft uiteindelijk de medaille of wat het was met een smak op de grond gegooid: hier hou je ordeteken maar of met een smak in zijn bureaulade gegooid. Die versies verschillen in de familie. Geen krantenbericht hieromtrent gevonden in de KB. Ook wordt verteld dat Tan Goan Piauw elke morgen achter zijn huis Gedong Dalam ging zwemmen in de rivier. Hij zou ook kennis hebben gehad van geneeskruiden en soms mensen met handoplegging hebben genezen. Hoe Tan Goan Piauw als persoon was, is weinig bekend. Volgens mijn oma, de weduwe van zijn jongste zoon Tan Tjoen Lee, was je bij hem niet op je gemak omdat hij scheel was dus je wist niet waar of naar wie hij keek. Tan Goan Piauw was bevriend met de buren van de Tegal Waroe landen de familie Arnold, die de Michiel Arnoldlanden beheerden en van wie hij ook land huurde. Dat blijkt uit documenten in het Nationaal Archief waar kort na zijn dood in 1890 over huur gedurende 15 jaar van Tegal Waroe land wordt gesproken, waar men de erven Tan Goan Piauw geen rente wilde berekenen over achterstallige huur om de goede verhoudingen niet te verstoren. Het verhaal gaat dat Tan Goan Piauw nogal impulsief was. Zo kocht hij met het oog op eventuele winst een keer de volledige rijstoogst op van zijn vriend A.E.R Arnold , zo vertelde Tan Eng Swie, maar kwam toen voor het probleem te staan, waar moest hij alles bergen? Ten einde raad heeft hij toen maar het huis Tjimangis (met bijbehorend landgoed) opgekocht om tenminste alle rijst droog te kunnen bergen. Het landgoed Tjimangis werd uiteindelijk een rubber plantage. De laatste beheerder van deze plantage was Phoa Liong Djin de man van een kleindochter van Tan Goan Piauw namelijk Clementine (Kiang Nio) Tan. Tan Goan Piauw en onderwijsTan Goan Piauw was voor zijn tijd heel vooruitstrevend. Zo zorgde hij dat de 3 zonen van Thung Leng Nio zo goed mogelijk onderwijs konden genieten.Zijn oudste zoon Tan Tjoen Liang werd zelfs naar Nederland gestuurd om aan de net opgerichte Technische Hogeschool Delft te studeren. Hij werd daarmee de eerste in Nederlands Indië geboren Chinees die in Delft een ingenieurstitel haalde (zie Verhaal 24- Tan Tjoen Liang de eerste Nederlands Indische Chinese Ingenieur aan de TH Delft ). op deze site De twee jongere zonen werden naar Batavia gestuurd om een HBS diploma te halen ze verbleven in het huis van één van de leraren, de heer Veenstra. Er is een brief van Tan Goan Piauw aan zijn beide jongste zonen Tjoen Keng en Tjoen Lee. We krijgen hiermee een inzicht in hoe hij omging met zijn zonen. |
||
Jondol* den 9e augustus 89 Keng, Je brief van 5e dezer heeft papa ontvangen,Over de viering van de komende feestdagen heeft papa reeds aan de heer Veenstra geschreven om dit te helpen te regelen. *) Jonggol is particulier land dat ten oosten van Tjimangis lag. Volgens het kranten bericht van 31 augustus 1880 over de problemen met Khé Chinezen is te lezen dat Tan Goan Piauw dit land huurt. Volgens Tan Eng Swie zou hij hier Tuinbouw en Landbouw bedrijven zelfs voordat hij actief was op de Tegal Waroe Landen. |
||
Deze brief laat een duidelijk schrift zien. Het is geschreven in een mengsel van Maleis en Nederlands. Tan Goan Piauw sprak Maleis en Nederlands en voor zijn functie van Kapitein der Chinezen moet hij ongetwijfeld verschillende Chinese dialecten hebben gesproken zoals Mandarijn, Hokkian en wellicht ook Hakka, mogelijk sprak hij ook Sundanees het taal dialect gangbaar in West Java. Dit streven naar goed onderwijs is te zien in de gehele familie. Zo drong mijn oma, de vrouw van Tan Tjoen Lee, bij ons haar kleinkinderen ook erop aan om op school de beste cijfers te halen. |
||
Blijkbaar had hij geprobeerd Tjimangis met de Tegal Waroe Landen in het zelfde bestuur- éénheid van West Java te krijgen. Mogelijke reden zou volgens Tan Eng Swie wellicht te maken met de koloniale plantage-politiek; na de opening van het Suez-kanaal werd bepaald dat de Preanger-residenties alleen maar toegankelijk waren voor Europese planters. Tan Goan Piauw onderhield verder nauw contact met de mensen van ’s Lands Plantentuin in Buitenzorg immers zijn huis Gedong Dalam lag tegenover die tuin. Dit blijkt uit een verslag uit het Natuurkundig Tijdschrift voor Nederlandsch Indie waar op 2-1-1880 in Buitenzorg het feest wordt gevierd van het jubileum van de heer Johannes Elias Teijsmann, hortulanus, die onafgebroken 50 jaar in Ned. Indie was gebleven en 38 jaar aan de Hortus was verbonden: "Tenslotte nodigde hij (Hr. Teijsmann) allen uit, zich met hem naar het achtergedeelte zijner woning te begeven tot het aanschouwen van een prachtig vuurwerk, hem vereerd door een zijner oudste vrienden, de kapitein der Chinezen Tan Goan Piauw, dat werd afgestoken in de door een ander zijner oudste vrienden, de luitenant der Chinezen Tan Goan Pouw, a giorno met Chinese lantarens fraai verlichte tuin.” Dit jubileumfeest werd ook gerapporteerd in de Java bode van 02-01-1880,( zie krantenartikel onder links). |
||
En deed hij mee aan tentoonstellingen voor land en tuinbouw. Opmerkelijk wordt ook de heer K.F. Holle genoemd bekend van de “Heren van de Thee” van Hella Haasse. Eveneens uit de historische kranten van de Koninklijke Bibliotheek lezen we dat Tan Goan Piauw nauw betrokken was bij de “Buitenzorgsche Wedloop societeit” en dat hij frequent meedeed met zijn eigen paarden Bintang een schimmel ruin en Jan Stap Allemachtig een scheck hengst. Ook hier duiken namen op van de Heren van de Thee zoals E.J. Kerkhoven en A.W. Holle. |
||
Een grote vraag is hoe kwam Tan Goan Piauw aan zijn kapitaal? Claudine Salmon beschrijft in Indonesia, 1991 vol. 51 p.38 A critical view of the opiumfarmers as reflected in a syair by Boen Sing Hoo (Semarang, 1889) – een soort fabel: Hierin wordt ook Tan Goan Piauw genoemd en wel als het “Hert van Bogor”. Of hij nu daadwerkelijk betrokken is geweest bij de opiumteelt is ons niet duidelijk. Volgens Tan Eng Swie werden Chinese families langere tijd als “extended family” gerund door het oudst levende, c.q. meest capabele lid. Zo werd geld verdiend met leverantie-contracten, handel, tuin- en landbouw etc., een en ander vanaf Tan Ak Siap . Tan Oe Ko kon slechts kapitein der Chinezen worden omdat hij, c.q. de familie al vermogend en gerespecteerd was in de Chinese gemeenschap. Tijdens de kapitein-schappen Tan Oe Ko en volgende leden van de familie werd door de belastingpachten die zij in hun officiële hoedanigheid konden verkrijgen, de familie steeds vermogender. Zo werd Tan Goan Piauw rijk geboren, en hij heeft dit vermogen op bovenvermelde methode nog verder uitgebreid.. Een conservatrice/ kunsthistorica van het Gemeentemuseum Den Haag was door de Nederlandse Ambassade in Djakarta bij mijn grootmoeder de weduwe Tan Tjoen Lee geïntroduceerd omdat ze op zoek was naar resten van VOC zilver in Indonesië. Ze vond een zilver VOC bord. Dit bord werd met andere zilveren borden gebruikt om voedsel/fruit op het voorouderaltaar te zetten. Navraag bij mijn oma leverde op dat dit bord door de Gouverneur Generaal aan Tan Goan Piauw was gegeven als dank voor zijn verdiensten. Ook hierover hebben we helaas geen krantenbericht kunnen vinden in de KB. |
||
Op 11 mei 1876 maakt hij zijn testament op waaruit we de gegevens kunnen afleiden over zijn echtgenote en zijn tweede vrouw (bina moeda) en zijn natuurlijke zoon (Tjoen Gie) en zijn drie zonen erfgenamen (Tjoen Liang, Tjoen Keng, Tjoen Lee). Dit testament is in het bezit van Tan Eng Swie en we mochten dit in zijn geheel kopieren. |
||
Tan Goan Piauw overleed 19 september 1889 op 54 jarige leeftijd. |
||
Hij werd op 27 oktober 1889 met veel praal overeenkomstig zijn rang van Kapitein der Chinezen in Buitenzorg begraven. |
||
Van haar doodsbed is een foto bewaard gebleven: |
||
Ook de klamboe, voorgordijnen en bedlinten van haar doodsbed zijn bewaard gebleven: |
||
Ook zijn er foto’s van het optuigen van haar kist | ||
Het optuigen van de kist met bloemen ging als volgt: De volgende afbeeldingen geven een impressie van de begrafenis: |
||
het huis voor in de hemel |
De bediendes voor in de hemel
|
nog meer poppen |
||
Tan Tjoen Lee?
|
De bloemstukken |
Ruiters als begeleiding |
||
Het Hoan vaandel is zichtbaar | Onduidelijk is wie het Hoan vaandel draagt |
H.H,Kan en zijn zus Han Tek Nio aanwezig? |
||
De gasten komen per auto |
Detail baar met kist
|
Alle poppen en vaandels |
||
Het graf van Tan Goan Piauw en Thung Leng Nio |
We bezochten de graven, waaronder dit graf, elk jaar tijdens Tjeng Beng (Ching Ming). Het was een feest om naar Bogor te gaan voor de graven. Eerst werden hapjes ingeslagen op de Djalan Perdagangan bij een Tan familie lid. |
|||||||||||
Na het schoonmaken van de graven, het branden van wierookstokjes en symbolisch offeren aan de voorouders door de hapjes voor de Bongpais op de stenen tafels te draperen, daarna werden de hapjes lekker opgegeten samen met de voorouders. Aan deze traditie kwam abrupt een einde in 1962. In dat jaar moesten we hals over kop de graven van onze voorouders in de buurt van Djakarta opgraven omdat de grond waarop ze lagen was onteigend ter gelegenheid van de aanleg van Djakarta ByPass. Lees meer hierover in het uitgebreide verhaal: "Het Massagraf" op deze site. |
|||||||||||
Hoewel de graven bij Bogor niet direct gevaar liepen liet mijn oma de weduwe Tan Tjoen Lee (Han Tek Nio) ook alle graven bij Bogor opgraven. Dus dit graf en het graf van haar man Tan Tjoen Lee en haar zoon Ferry. Maar ook die van Tan Goan Piauw en Thung Leng Nio.
Volgens William Yuen Tai was deze Bongpai gemaakt in het jaar Yi Chou (乙丑) ofwel 1889 en was die gemaakt voor de gestorven vader kapitein Tan en gestorven moeder mevrouw Tong of Tang (Thung) Bijzonder was dat Tan Goan Piauw met zijn alias/posthume naam stond vermeld op de Bongpai. namelijk Eng Tjoen (Ying Zhun). De opgegraven stoffelijke overschotten van Tan Goan Piauw en Thung Leng Nio zijn verder verzorgd door de familie Tan Tek Lhoen van Bogor en daar is ook de Bongpai naar toe gegaan. |
|||||||||||
Nawoord |
|||||||||||
Als reactie op deze website kreeg ik foto’s van een huis toegestuurd. Dit huis is ook gelegen aan de Handelsstraat (jl. Suryakencana no. 210) en in Bogor staat het bekend onder de naam “Het oude huis van de Kapitein-Tan”. Een excerpt (uit een scriptie) van Krishta Paramita Kurnadi: http://www.heibogor.com/post/detail/25791/suryakencana-dan-rumah-tua-kapitan-tan/#.WeZU2YikKUk vermelde dat met Kapitein-Tan, Tan Goan Piauw werd bedoeld. |
|||||||||||
Dit roept natuurlijk een heleboel vragen op waarbij de antwoorden helaas niet in dit excerpt van de scriptie van Krishta Paramita Kurnadi te vinden zijn. Dus nieuwe puzzelstukjes erbij die nog niet hun plek hebben gevonden. Wordt vervolgd. Hoewel de vraag nog steeds niet is beantwoord, kan men uit de bouwstijl van het gebouw, van na 1900, deduceren dat dit gebouw nooit is bewoond door Tan Goan Piauw.
|
|||||||||||
Berkel | |||||||||||
Sioe Yao Kan: Sioe.Yao.Kan@gmail.com |
|||||||||||
laatste update 31-7-2018 | |||||||||||