22.Ganti Nama, de verplichte naamsverandering van Chinese Indonesiërs en andere anti Chinese maatregelen in Indonesië |
Introductie |
||
Met dit verhaal wil ik een poging wagen de onbekendheid en het onbegrip te verminderen voor het leed van de Chinezen in Indonesië. Deze onbekendheid of was het onbegrip? kwam bijvoorbeeld aan het licht toen ik aan een expert van moderne Indonesische geschiedenis in Leiden vroeg waarom hij tijdens een bijeenkomst bij zijn instituut in het kader van “de coup van 1965” maar passief bleef toeluisteren en niet te berde bracht het rampzalige lot van de Chinezen na deze coup. Ik kreeg als enig antwoord: “Het ging toch niet over Chinezen”. |
||
Discriminatie van Chinezen en discriminerende wetten en regelgeving in Indonesië |
||
De verplichte naamsverandering van Chinezen moet in de context worden gezien van een stelsel discriminerende wetten en regelgevingen die sinds de proclamatie van onafhankelijkheid op 17 augustus 1945 in Indonesië zijn ingevoerd. |
||
Op 20 september 1945 werd H.H. Kan door president Soekarno uitgenodigd in zijn huis te Pegangsaan Timoer 56, een maand nadat die in dit zelfde huis de onafhankelijkheids-proclamatie had uitgesproken. |
||
Uit brieven van de families Han en The uit Soerabaja aan H.H. Kan bleek gelukkig dat de familieleden grotendeels gespaard waren gebleven van de pogroms. | ||
Omdat hij zich grote zorgen maakte over het lot van de Chinezen in het nieuwe Indonesië, stuurde H.H. Kan in 1946 en 1947 een uitgebreid telegram aan de Koningin der Nederlanden en aan de Minister-President. Wellicht speelt ook nog mee dat hij de koningin persoonlijk had ontmoet bij de uitreiking en het verkrijgen van een ridderorde. |
||
Het is duidelijk dat dit een heel uitgebreid telegram was geweest gezien het aantal woorden (265) en de kosten voor verzending (f 80.50). | ||
De antwoorden op zijn telegram: |
||
In resume zouden de resultaten van zijn telegram worden verwerkt in de overeenkomst van Lingadjati. De heer H.H. Kan hoefde zich geen zorgen te maken omdat de veiligstelling van de belangen van alle Indonesische Volksgroepen zullen worden gegarandeerd. |
||
Bij de identiteitskaart van bijvoorbeeld mijn moeder stond, in 1966 maar ook later in 1969, duidelijk een A achter het nummer. |
De éérste regelgeving om Peranakan Chinezen te discrimineren begon reeds direct na de soevereiniteitsoverdracht in 1949: |
||
click to enlarge | ||
click to enlarge | ||
De Chinese Ambassade kwam op voor de gevangen genomen Chinese burgers. |
||
De reden van zijn arrestatie was, dat bij huiszoeking een revolver was gevonden waarvoor H.H. Kan geen vergunning had. |
||
Deze vergunning was gegeven voor zijn veiligheid zodat hij zich per auto kon verplaatsen in West-Java.
Volgens mijn vader heeft dit verblijf in de gevangenis, in een volle cel met geen of slecht eten een rampzalige invloed gehad op de gezondheid van mijn grootvader die nota bene net daarvoor ternauwernood het Jappenkamp had overleefd. Daarom stierf hij kort erna op 1 maart 1951. |
||
click to enlarge | ||
De politie van Djakarta weigerde te hulp te komen onder het mom dat Pakistan een bevriende Moslim staat was. Zie het verhaal “Het laatste huis van H.H. Kan” op deze site. | ||
NB: Al deze regelementen en wetten werden uitgevaardigd door president Soekarno de 1e president van de Republiek Indonesia. Na de coup van 1965 werd president Soekarno opgevolgd door generaal Suharto en begon het zogenaamde “Orde Baru” tijdperk. Gedurende zijn regeerperiode (1965-1998) werden eerdere racistische wetten voor Chinezen uitgebreid en aangescherpt, zogenaamd in het kader van bestrijding van leden van de Communistische Partij van Indonesië (PKI). Verder werden gebaseerd hierop verscheidene nieuwe decreten en wetten uitgevaardigd met als doel het wegvagen van de Chinese cultuur. In 1966: Keputusan Presidium Kabinet (KEP) no 127/U/Kep/12 1966: Het werd ten strengste “Aangeraden” dat Chinezen hun naam veranderden in Indonesisch klinkende namen. In 1966: Resolutie MPRS (Voorlopige Volksvertegenwoordiging) TAP MPRS no. 32/1966: Verbod van Chinese karakters in kranten en weekbladen. In 1967: SE-36/Pres/Kab/6/1967: Rondschrijven over Chinese Vraagstuk. In dit rondschrijven werd niet langer ofwel geen verschil gemaakt tussen Buitenlandse Chinezen en Chinezen die Indonesisch staatsburger waren. In feite werden door dit rondschrijven alle Chinezen tot communisten bestempeld. Dit had als effect dat ieder Chinees uitziende persoon vogelvrij was en van straat kon worden geplukt, in elkaar kon worden geslagen onder verdenking van communist te zijn of op z’n minst sympathie met de communistische partij van Indonesia (PKI) te hebben. Daarom konden ze worden afgevoerd naar de gevangenis of onbekende bestemming en voor eeuwig verdwijnen. Op deze foto is te zien hoe een Chinees uitziend persoon van straat wordt geplukt door moslim jongeren met stokken en militairen.: |
||
In 1967: Instruksi President, Inpres no. 15/1967: De oprichting van een speciale staf voor “Het Chinese Vraagstuk”. In 1967: Instruksi Presidium Kabinet RI (IPKRI) no. 37/U/IN/6/1967: Richtlijnen voor het oplossen van het Chinezen Vraagstuk. In 1967: Inpres no 240/1967: aanscherping van Kep no. 127/U/Kep/12/1966 over naamsverandering. In 1967: SE-06 No Preskab/6/67 van 28 juni 1967 ofwel Circulaire no.6 van 1967: De verplichting voor Chinezen om hun naam in een Indonesisch klinkende naam te veranderen. Deze wet werd ingevoerd onder het mom dat dit de assimilatie van de Chinezen in de Indonesische gemeenschap zou bevorderen. In de praktijk hadden de Indonesische Chinezen helemaal geen baat bij dit assimileren, immers je gezicht verandert niet met je naam. Een voorbeeld: Rudy Hartono had braaf zijn naam veranderd en won voor Indonesië de (badminton) Thomas cup. In het zelfde jaar werd zijn zus, die ook braaf haar naam had veranderd en medailles met badminton voor Indonesië had gewonnen, niet toegelaten tot verschillende staats universiteiten omdat ze Chinees was. Naamsverandering is een doodssteek voor één van de belangrijkste pijlers van de Chinese cultuur. Namelijk deze wet ontnam de Chinese gemeenschap het recht om hun eeuwenlange familienaam te voeren en te behouden. Namelijk het verbreekt de band tussen een persoon en zijn voorouders. Volgens de traditie van Kong Fu Tse van het eren van je voorouders en trots te zijn op je familie naam, is je familienaam je identiteit. Deze verplichte naamsverandering waarbij men ook zijn familienaam verloor raakte dus direct de identiteit van Chinese burgers. Mijn vader zei altijd: je kunt nog zo arm zijn maar als je generaties lang een goede (familie) naam hebt opgebouwd dan is dit onbetaalbaar. Daarom ageerde hij ook zo heftig toen Oom Biauw Ho onder bedreiging van militairen met het geweer in aanslag werd gedwongen zijn naam te veranderen. In de praktijk bleek tevens dat het veranderen van je naam niet één document betrof maar in vele gevallen wel minstens 13 documenten, die telkens bij 11 verschillende instanties moesten worden geregeld met ieder de nodige smeergeld inkomsten. Een van de andere punten in Circulaire no.6 van 1967 was een selectie van toegestane termen ter beschrijving van de Indonesische burgers van Chinese herkomst. Met name het verbod om deze burgers zoals voorheen, nog langer aan te duiden met Tionghoa zoals de Chinezen zichzelf noemen. In plaats daarvan was de officiële naam vanaf dan Tjina/Cina. Nu werd Tjina/Cina van ouds her altijd beschouwd als het scheldwoord voor Chinezen. Dus met deze circulaire werd officieel het schelden en vernederen van Chinezen geïnstitutionaliseerd. In 1967 en 1980: Instructie Ministerie van Binnenlandse Zaken no. X01/1967 en Instructie voor de registratie van de bevolking met de geheime instructie van de gouverneur van Jakarta: Het gebruik van een speciale code voor Indonesische burgers van Chinese afkomst, namelijk een A of A01 voor of achter het nummer van hun identiteitskaart en ook nog soms een 9 als laatste cijfer. Dat dit in 1967 en 1980 bij wet werd vastgelegd was slechts een legalisatie van iets dat reeds jaren algemeen goed was. Immers achter het nummer van al onze identiteitskaarten stond vanaf het vernieuwen, na de coup in 1965, reeds een letter A zoals te zien in de identiteitskaarten van mijn vader. |
||
De speciale A code op het identiteitsbewijs werd gebruikt om gemakkelijk alle Chinezen op te roepen zich te melden bij het plaatselijk politie kantoor. (net als de J bij de Joden) In 1973: Keputusan Kepala BAKIN no. 031/1973: De oprichting van het Instituut voor coördinatie van “Het Chinese Vraagstuk”. In 1978: Keputusan Menteri Perdagangan dan Koperasi (Besluit van de Minister van Handel en Coöperaties) KMPK no. 286/KP/XII/1978: In 1978: Rondschrijven van het Ministerie van Informatie no. SE/DI: Verbod op het uitgeven en drukken van geschriften in de Chinese Taal en Chinese karakters. In 1988: Peraturan Menteri Perumahan (Regeling van de Minister van Huisvesting); Mendagri PMP no. 455.2-360/1988: Verbod op bouwen of vergroten of renovatie van Klentengs (gebedshuizen van Chinezen). In 1988: SE 02/SE/DITJEN/PPGK 1988: Verbod op het uitgeven, drukken van geschriften in de Chinese taal en Chinees schrift en karakters. |
Pas in 2017 kreeg ik uit Indonesië informatie via de nieuwsbrief van Tionghoa INFO over een regeringsinstituut dat zich tijdens de Orde Baru regime bezig hield met “Het oplossen van het Chinezen Vraagstuk”. Dit regeringsinstituut Badan Penelesaian Masalah Cina (Instituut voor het Oplossen van het Chinezen Vraagstuk) werkte volgens een handboek uitgegeven in 1979 door BAKIN (Badan Koordinasi Intelijen Negara). Binnenin stond nog een stempel “Beperkt gebruik alleen door functionarissen” dus niet openbaar beschikbaar. Dit handboek bestond uit 3 delen tezamen 1500 pagina’s. |
||
Toen ik jaren geleden over dit instituut las in Wikipedia dacht ik dit is onzin, kan niet waar zijn, zeker propaganda van de Communistische Partij Indonesia in ballingschap. Maar bij het zien van deze foto’s als bewijs en daarbij de beschrijving van de inhoud van dit handboek, kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat het Suharto Regime de notulen van de Wannsee conferentie in Nazi Duitsland hadden gekopieerd waarbij ze het woord Jood door Chinees hadden vervangen. De opzet voor Chinezen was identiek aan die voor Joden namelijk het verdrijven van Chinezen uit Indonesië. Het stappenplan was ook identiek zoals beschreven in de notulen van de Wannsee conferentie voor Joden. |
||
Voor de eerste fase:
|
||
Voor de tweede fase: De vernietiging van Chinezen. Het aantal vermoorde Chinezen is tot de dag van vandaag niet duidelijk. Officieel zijn er 500.000 tot 3 miljoen communisten vermoord. Daarvan zou de helft tot ¾ uit onschuldige niet communistische Chinezen bestaan. Op de nationale TVRI pochten de militaire regio commandanten over hoeveel “communisten” ze hadden omgebracht Zo sprak Sarwo Edhie Wibowo (1925 – 1989) over 500.000 communisten die hij had vernietigd. Toen de interviewer hem vroeg of hij als Javaan niet erg moeite had gehad met het doden van zoveel Javanen, toen antwoordde hij lachend: neen, het waren toch alleen maar Chinezen!! en toen lachten ze beiden heel hard. Later voor de DPRI (parlement van Indonesië) had hij het over een miljoen doden Ook de commandant van centraal Kalimantan vertelde trots op de nationale TV dat hij heel Kalimantan had schoon gemaakt van Chinezen en ander ongedierte Zijn er nog video-opnames van deze TV uitzendingen? Voor een eventueel tribunaal over genocide zoals Neurenberg zou dit prachtig bewijs kunnen zijn. Z’n tribunaal is er nooit gekomen, erger nog deze militairen kregen hoge onderscheidingen en zijn tot “Pahlawan” (held) verheven. Trouwens Sarwo Edhie Wibowo is nu al overleden, en waarschijnlijk ook die commandant van centraal Kalimantan. De lijken werden soms gedumpt in massagraven zoals beschreven door de geschiedenis leraar op Bali in de film NBC Special News Report: “Indonesia, The Troubled Victory”, maar vaak werden ze gewoon in de dichtstbijzijnde rivier gegooid zoals beschreven in de film “The Look of Silence” ook van Joshua Oppenheimer. Ook las ik in de brieven van familie uit Surabaja (1965-1967), die ik aan mijn oma moest voorlezen, dat de waterzuiveringsinstallatie was stilgelegd omdat er te veel lijken in de rivier dreven. 13 – 15 mei 1998 Pogroms tegen de Chinezen in Jakarta, als reden de Chinezen waren voor de zoveelste keer het zwarte schaap voor de slechte economie. Kantoren, supermarkten en banken van Chinezen werden verbrand: Hier op deze foto de Bank BCA. Een golf van Chinezen emigreert. |
||
Pas tijdens de regeer periode van de éérste gekozen president K.H. Abdurrachman Wahid (Gus Dur) werden sommige discriminerende wetten van het Suharto regime weer teruggedraaid. | ||
Vertaling: “Er mag geen verschil zijn tussen Indonesische staatsburgers naar geloof, moedertaal, cultuur en ideologie”. | ||
In 2000: Opheffen van Inpres no. 14/1967 door Keppres no. 6/2000: Chinezen mochten toen weer hun gebruiken en geloof beleven. In 2014: Opheffen van SE-06/PresKab/6/1967 door Keppres no. 12/2014 waarbij de vernederende term “Tjina/Cina werd vervangen door het oude term “Tionghoa/Tionkok”. Ook zijn opvolger Megawati Soekarnoputri draaide enige wetten terug: In 2002: Keppres no 19/2002: Chinees nieuwjaar werd als officiële feestdag verklaard. |
||
Slotopmerkingen |
||
Discriminatie en discriminerende regel en wetgeving van Chinezen in Indonesië is van alle tijden. Deze zijn duidelijk een schending van de universele rechten van de mens. Dit is vastgelegd in de verklaring van de UN (ook getekend door Indonesië) en expliciet vermeld in de grondwet van de Republik Indonesia. De oudste en eerste genocide van de Chinezen vond plaats tijdens de VOC periode in Batavia onder Gouverneur Generaal Valckenier in 1740. Meer dan 10.000 Chinezen werden vermoord. 1912: Pogroms tegen Chinezen in Solo, midden Java; aanleiding de handel van Batik producten 31-10-1918: Pogroms door leden van Serekat Islam; ze verbranden en plunderen huizen en winkels van Chinezen in Kudus, midden Java ; aanleiding handel in Tabak producten. |
||
Racisme tegen Chinezen werd tijdens het Nederlands Indische bewind voor WO II bevorderd bij de Indonesische bevolking. Een voorbeeld is dit krantenartikel waarin mijn grootvader H.H. Kan in 1930 in de volksraad vragen aan de regering stelt. |
||
Zo waren er verschillende pogingen om de burgemeester van Jakarta in 2017 met een Indonesisch klinkende naam uit zijn abt te zetten omdat hij een Chinees was dus geen echte Indonesiër was. Ook kon hij door de rechter worden veroordeeld omdat hij als Chinees had gewaagd de Koran te citeren. De impact van het veranderen van je naam is verstrekkender dan het simpele feit van een andere naam. Als je weg was getrokken uit Indonesië en je naam weer terug wilde veranderen in je originele naam dan moest je ook al je officiële papieren en diploma’s veranderen. In de meeste gevallen zorgde dit voor haast onoverkoombare barrières. Tot nu toe moeten kinderen van Chinezen van Indonesische nationaliteit zich “naturaliseren”. Zo moeten nog steeds Chinese Indonesiërs inclusief hun kinderen bij elke aanvraag van een document hun naturalisatie document tonen. Dat dit in stand wordt gehouden door de Autoriteiten is louter omdat dit een bron van inkomsten is. Nu Chinezen niet langer kunnen worden beticht van communistische sympathieën, is na 2000 een nieuwe trend te zien namelijk: om Chinese Christenen te discrimineren en aan te vallen. Zo ontvingen in 2005 Chinese Christenen een golf van anonieme bedreigingen via de telefoon. Ook werden volgens Purdey in haar paper van 2004, Chinese kerken in Tangerang en Bogor aangevallen. En waren er meldingen dat moslim groepen verhinderden dat er nieuwe kerken werden opgericht en/of geopend. |
||
Recent hoorde ik dat afgestudeerde chinezen in Indonesia hun naam moesten “Ganti Nama ”om hun diploma te kunnen krijgen. Zo is de cirkel rond: Ganti Nama is niet verplicht door een wet, maar als je het niet doet dan blokkeer je je verdere carrière.
Sioe Yao Kan, Berkel Laatste Update april 2022 |
||
Bronnen |
||
Wikipedia: Indonesian laws affecting Chinese Indonesians. TEMPO; Jejak CIA Pada Tragedi 1965; 5-11 oktober 2015. Algemeen Dagblad; Buitenlandredactie 21-08-18 |
||
|